intiem zelfportret | performance toine horvers / enscènering arnold schalks

 

crimmp_01, intiem zelfportret, performance, toine horvers, ocw, podium voor kleinschaligheden, rotterdam, arnold schalks

 

|voorwoord arnold schalks|

nadat toine had besloten om mijn bewerking van gezelschap voor te lezen, stuurde hij me het volgende bericht: _tijdens het lezen van jouw verkorte versie kwam de gedachte op, dat ik misschien op die avond een nog nooit uitgevoerd werk van mezelf zou kunnen uitvoeren. _ik heb enkele jaren geleden een eigen masturbatie nauwkeurig mondeling beschreven, opgenomen en later uitgetypt. _dit naar aanleiding van de intieme lichamelijkheid in de tekst van gezelschap, en veel andere teksten van beckett. _in mollone dies komt twee keer een masturbatie-scene voor, als iets heel gewoons dat bij het bestaan hoort. _ik kan die tekst uit het hoofd leren en zittend of staand voor een publiek uitspreken. _de verwantschap van de beginwoorden van toine’s intiem zelfportret: “ik lig op mijn rug (achterover)” met de aanhef van beckett’s gezelschap “een stem komt tot iemand op zijn rug in het donker”, is frappant. Van daaruit gaat ieder zijns weegs: toine richting leven, beckett richting dood

 

crimmp_01, intiem zelfportret, performance, toine horvers, ocw, podium voor kleinschaligheden, rotterdam, arnold schalks

 

|arnold schalks interview met toine horvers|

over het hoofd

beschouwingen over kunstenaars beginnen vaak met “in zijn/haar werk onderzoekt .....”. _teksten over de rotterdamse beeldend kunstenaar toine horvers (loon op zand, 1947) zijn daarop geen uitzondering. _maar toine vindt zichzelf geen onderzoeker. _hij máákt dingen en zorgt ervoor dat ze kunnen plaatsvinden. _toine horvers is gefascineerd door tijd en ruimte, door beweging en energie. _zijn werken zijn pogingen om naar het leven te kijken en die blik te vast te leggen. _taal in geschreven, gesproken of gedrukte vorm is het materiaal waarmee hij werkt. _verwondering speelt een hoofdrol. _toine studeerde in 1970 af aan de academie voor beeldende vorming in tilburg. _na zijn studietijd maakte hij wekelijks de dansvloer schoon van een balletstudio. _in ruil daarvoor mocht hij die ruimte een aantal uren voor zichzelf gebruiken. _“op een dag ben ik voor die spiegelwand gaan staan en begon ik te bewegen. _ik ontdekte, dat beweging ruimte en tijd is; dat het uitstrekken van een arm een tijdsduur heeft en een ruimte beschrijft.” _dat ogenschijnlijk simpele inzicht vormde het uitgangspunt voor een reeks performances met licht en geluid en vaak grote groepen deelnemers. _maar na verloop van tijd wilde toine toch weer terug naar het lichaam. _via zijn vrouw kreeg hij toegang tot de bibliotheek van het erasmus mc en daar mocht hij bladeren in boeken over anatomie. _met name de anatomie van het hoofd en de hersenen boeide hem. _in een sectionele atlas worden plakjes van het in kaart te brengen lichaamsdeel in opeenvolgende lagen paginavullend afgebeeld en de onderdelen door middel van lijntjes met latijnse benamingen in de witruimte verbonden. _mentale architectuur die, door de gelaagdheid, ook met tijd verbonden is. _“ik gebruikte die anatomische afbeeldingen als onderlegger voor potloodtekeningen, waarin ik alle benamingen op de juiste anatomische plek, in lagen over elkaar heen schreef. _daardoor ontstond een organische vorm met een wolkachtige contour: enerzijds diffuus, maar tegelijkertijd exact omdat die vorm was gebaseerd op reëele, wetenschappelijke informatie. _wie de vorm wilde ‘binnengaan’ kon, ondanks de gelaagdheid, woorden herkennen en zien dat het geen willekeurig schrift was, maar dat het stond voor de tijd-ruimtelijkheid van bijvoorbeeld de hersenen. _wie buiten wilde blijven kon gewoon afstand houden en kijken naar een tekening van een zwart-wit-grijze vlek op een vel wit papier. _die tekeningen hebben iets esthetisch. _dat maakt ze lekker om naar te kijken. _maar die esthetiek vormt tevens een toplaag van zachtheid, die het lastig maakt om tot de kern door te dringen. _ik probeer daar telkens meer vanaf te komen.” _naast het tekenen houdt toine zich bezig met de uitvoerende praktijk van de performance. _daarbij spreekt hij persoonlijke registraties van de werkelijkheid uit. _vertoningen noemde hij ze ooit. _“ik wil dat mijn teksten de wereld inkomen door middel van mijn stem, live uitgesproken. _ze moeten performatief blijven en bestaan meestal alleen in gesproken vorm. _de beschrijvingen zijn even vluchtig als de werkelijkheid die ze oproepen. _ze moeten zo puur mogelijk als plastisch geluid in de ruimte en tenslotte in de hoofden van de luisteraars tot stand komen.“ _in eerste instantie lijken toine’s tekstwerken afstandelijk en onpersoonlijk, maar hij ziet dat zelf anders: “bij mijn registraties probeer ik weliswaar zo veel mogelijk afstand van mezelf te nemen, zo objectief mogelijk te kijken en te luisteren, maar ik ben onvermijdelijk selectief. _ik kan onmogelijk zeggen hoe een ander kijkt. _ik heb alleen toegang tot mijn eigen subjectieve werkelijkheid. _het persoonlijke zit hem vooral in wat ik over het hoofd zie.” _zijn opvattingen over de uitvoeringspraktijk leiden tot een spagaat: enerzijds moet hij zichzelf wegcijferen om volledig dienstbaar te kunnen zijn aan de tekst en anderzijds plaatst hij zichzelf op de voorgrond om die tekst uit te spreken. _“ik ben geen acteur. _voor mij gaat het om het zo zuiver mogelijk, zonder bijbedoeling neerzetten van de tekst. _maar het publiek kan natuurlijk ook gewoon kijken naar hoe ik daar sta. _als ik zelf bijvoorbeeld bij een concert ben, vind ik het soms fantastisch om naar de handen van de musici te kijken. _bij mijn performances vind ik dat het publiek, net als bij mijn tekeningen, de vrijheid moet hebben om binnen te gaan of buiten te blijven.” _toine twijfelt eraan of hij wel een performer in de gangbare zin van het woord is. _performance wordt over het algemeen geassocieerd met improvisatie, heftigheid en symboliek. _“in mijn tekstwerken zitten veel herhalingen, waardoor er een voor mij mooie saaiheid ontstaat. _daarnaast leer ik teksten uit mijn hoofd. _dat brengt een prettige afstandelijkheid met zich mee maar beperkt de ruimte voor improvisatie. _desondanks blijft er in de uitvoering op locatie altijd voldoende spannends en onvoorziens over.” _hij heeft het gevoel dat hij meer verwant is met een uitvoerend musicus. _hij heeft, net als de musicus, een aantal stukken op zijn gestaag groeiende repertoire. _maar hij wil, anders dan die musicus, de dingen niet te vaak herhalen, ervoor waken dat de uitvoering mechanisch wordt. _voor crimmp_01 voert toine zijn performance intiem zelfportret uit. _daarin beschrijft hij met grote precisie hoe hij op een bepaalde dag masturbeerde. _intiem zelfportret is de plastische registratie van een handeling met een begin en een eind. _door die rechtlijnigheid is het een buitenbeentje in zijn oeuvre, waaraan veelal complexe constructies in ruimte en tijd ten grondslag liggen. _ook de blikrichting verschilt: kijkt toine in zijn meeste werken naar buiten, in intiem zelfportret is zijn blik naar binnen gericht: “masturbatie is voor mij een heel essentiële energie die met het leven te maken heeft. _het is bovendien een ritueel, en dat ritualistische vormt een belangrijk aspect in al mijn uitvoerend werk. _wat ik aan masturbatie ook fascinerend vind is, dat ik niet weet hoe anderen het doen. _misschien vinden zij het wel belachelijk dat ik mezelf streel, dat weet ik niet. _sommigen zullen het ranzig vinden. _iedereen moet dat persoonlijk maar uitmaken. _ik wil me als kunstenaar niet teveel verplaatsen in de ander. _ik wil mijn werk gewoon uitvoeren en pas in tweede instantie kijken naar wat het doet. _op masturbatie rust een taboe, dat maakt het meeluisteren confronterend én spannend. _er komt een moment waarop je voelt dat ik alles precies ga vertellen. _omdat het zo dicht op de huid is, wordt het nóg dwingender. _dat kan ongemakkelijk zijn. _maar de luisteraar die onvoorbereid met de tekst wordt geconfronteerd, zal zich langzamerhand door het verhaal laten meevoeren, gewoon door de afstand waarmee ik het verloop zo objectief en realistisch mogelijk heb geregistreerd. _daardoor wordt het ook mooi, juist omdat het niet meer is dan de tekst.” _toen toine in 2009 zijn geschreven boeken tentoonstelde in de bibliotheek van het van abbe museum reageerde een collega op zijn werk met het commentaar: ‘het zijn charmante boeken.’ _“het klonk bijna denigrerend en het speelt nog steeds door mijn hoofd. _ik vind het bij het maken van kunst belangrijk, dat je telkens opnieuw met de billen bloot gaat, dat je onveilige paden kiest. _alles komt iedere keer weer op losse schroeven te staan en daar ben ik wel blij mee.” http://www.toinehorvers.nl/